Bovenaan mijn lijstje met favoriete bezigheden: mensen observeren. Onlangs was ik nog eens met vrouw en dochter in de dierentuin. De dieren deden hun uiterste best mijn aandacht voor hen te winnen, maar het meest genoot ik toen we met zijn drietjes op een bankje zaten met een ijsje. En naar de passerende mensen keken.
Natuurlijk ben ik niet de enige met deze fascinatie en het zou wel helemaal mal zijn als schrijver dat ik niet graag zou observeren. Toch lijkt het me belangrijk voor deze passie uit te komen. Waarom weet ik niet precies. Misschien is het mijn ego wel dat zich altijd en overal wil laten gelden: kijk eens wat ik doe en luister eens naar wat ik leuk vind!
In ieder geval is het meer dan een hobby. Het is een bron van vermaak en geluk. Dat zeg ik zomaar eventjes en ik sta er zelf van te kijken: observeren is een bron van geluk. Ook andere mensen sukkelen wel eens met een boodschappentas, struikelen over een niveauverschil in het voetpad dat je nog niet eens zou merken al zat je er met je neus bovenop, of hebben wel eens wrevel met een geliefde.
Van dat laatste zag ik net nog een mooi bewijs. Vanuit mijn observatiepost, een tafeltje bij het raam in een koffiebar, zag ik een koppel komen aanfietsen. Frisse, mooie, blakende twintigers.
- Hij: een vent uit één stuk, kort afgeschoren haar, strak t-shirt, gespierde armen, grote tattoos, een coole zonnebril die de helft van zijn gezicht bedekte en rond zijn hals een zware ketting. Zijn fiets was trouwens een beauty. Zo’n rode lowrider uit een of andere Hip-Hop clip. Deze jongen wist waar hij voor stond: vastberadenheid, zelfvertrouwen en succes.
- Zij: mooi, slank, niet opgemaakt, naturel-aantrekkelijk. Haar lichtbruin haar was kunstig opgestoken met Japanse eetstokjes. Ze droeg een modieuze wollen vest dat wijd openhing en zicht bood op haar decolleté. Ze had van die kleine, mooie borsten en een blik in haar ogen die liet uitschijnen dat ze over een sterke wil beschikte, maar niet over het bitcherige karakter om die tot het uiterste door te drijven. (In die volgorde zag ik het ook: eerst mooie borsten, dan blauwe ogen.)
Hij stond links van het grote raam, zij vijf meter verder, rechts in beeld. Ze discussieerden. Ik kon niet horen wat ze zeiden, maar je hoefde geen liplezer te zijn om te kunnen volgen. Hij wilde graag koffie drinken, hier en nergens anders. Zij keek even naar binnen en dan weer naar hem. ‘Er is geen pla-aats, dat zie je toch!’ ‘We kunnen toch even gaan kijken of er achteraan nog... ‘Probeerde hij. Zij wilde er niet van weten. ‘Zo gaat het nu altijd met jou. Koppige vent!’ Ze leken zich klaar te maken voor een loopgravenoorlog.
Tot zij daar onverwachts anders over besliste. Ze maakte rechtsomkeert en fietste pardoes weg. Hij lachte om zoveel overmoed en fietste de tegenovergestelde richting uit. Vijf minuten later verscheen de mooie jonge vrouw weer aan het venster waardoor ik nu al een uur naar de wereld kijk. Ze zette haar hand tegen het raam en tuurde naar binnen. Een vloek rolde van haar fraaie lippen. En dan de vraag: 'Waarom win ik dit soort krachtmetingen nooit?'
Tja. Niet iedereen koppelt een sterke wil aan vastberadenheid, zelfvertrouwen en succes. Dat had ze kunnen weten. Met die gedachte ging ze op zoek naar haar koppige maar o zo stoere vriend. Ik wenste haar in stilte veel geluk toe.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Een twijfelaar is een bed te breed voor 1 en te smal voor 2. En dat op zolder. Ja, van daar kun je heel lang en heel ver turen. Ik kijk graag mee. Die twee hedendaagse helden op de fiets zijn bij deze gespot. Ze moesten het weten.
BeantwoordenVerwijderen